Literatuur
- Tentoonstelling Utrechts Oude Gracht. Gids, tevens bevattende de oude namen van de grachthuizen. Centraal Museum, 25 april - 6 juni 1948. Utrecht (Utrechts Monumentenfonds). [30 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 25 ("Oudegracht 415: 'De meelkist'" - dit is de relevante tekst volledig)
- Hazewinkel, H.C., "Lakmoesindustrie in Oud-Utrecht". In: Jaarboekje van Oud-Utrecht, 1928, blz. 168-194
(met o.a. overzicht industrieën Achter Twijnstraat en Twijnstraat aan de Werf. In 1782 vestigt Johannes Altheer uit Sankt Gallen (CH) zich als
boekhandelaar in Utrecht. Samen met de tekenaar Cornelis Hardenberg gaat hij 'in de lakmoes'. Om een fabriek te beginnen kopen zij "zekere te
koop staande huizinge endegrond, staande en gelegen binnen deese stad aan de Oude Gragt, agter het Wijstraat, waarin een grutterij was
geëxerceerd". De gebouwen worden ingericht voor de fabriek, maar daarvoor moest de stookplaats, die eerder voor de eest werd gebruikt,
verbouwd worden. Ze dienen een verzoekschrift in 'tot het verplaatsen van den eest'. De stadsarchitect nam de situatie op en zag geen
bezwaar. Toch kwam er bezwaar en wel vanwege het feit dat er 'piswater en ander scherp bijktend water' op de Oudegracht geloosd zou
worden, al werd dat door de aanvragers ontkend. Stroomafwaarts lag, ook aan Achter Twijnstraat, de brouwerij De Boog, "welke door de
zuyverheid van 't klare Rhijnwater in de geleegentheid zig gesteld vindt, haare beroemde bieren te brouwen". Vervuiling van het water
van de Oudegracht was een gevaar dat het belang van de stad raakte: De Boog was van de R.K. Armenkamer, die de alimentatie aan de armen
betaalde uit de inkomsten van de brouwerij. De Raad verbiedt alsnog de vestiging van de lakmoesfabriek alhier.
In 1801 moet 'Johannes Altheer, het bedrijf aan de 'Achtertwijnstraat' sluiten. Hij "zag uit naar een
ander gebouw, om zijn bedrijf naar over te brengen en vond dat in een huis aan de Waterstraat bij de Jacobikerk, 'Trappenburg'genaamd
(voetnoot 3: Nog heden kunt ge het huis met zijn oud gevelsteentje daar zien), dat zijne middelen hem verooloofden te
koopen". Ditmaal met toestemming verhuist hij in 1801 zijn lakmoesfabriek naar Trappenburg, Cornelis Hardenberg gaat niet meer mee.
In 1806 (of 1807) blijkt het bedrijf daar alweer gesloten.
Opmerking: De situatietekening na blz. 194, uit 1801 door landmeter Praalder, geeft de ligging aan van de
percelen van de lakmoesfabriek. Uit vergelijking met het kadastraal minuutplan (ca 1832) blijkt het in de rooilijn gelegen 'woonhuis' te zijn:
sectie C, nr 2917
- jp0216.)